Koen Van Synghel
Het eerste besef dat water meer is dan wat er uit de kraan stroomt was voor architectuur criticus Koen Van Synghel het plastic Mariabeeldje uit Lourdes, waar zogenaamd ‘Heilig water’ in zat. De drang was groot om het te drinken maar dat gebeurde nooit.
Van Synghel werd geboren in Oudenaarde, een kleine provinciestad langs de Schelde, en werd er gedoopt met ‘Heilig water’. Langs de rivier kwam een steur de Schelde afgevaren, waarmee de kerk van Pamele werd gebouwd.
De bron is de historische raison d’être van de jaarlijkse ommegang met paarden gewijd aan de legende van de heilige Sint-Amelberga. De legende doet het verhaal hoe Amelberga een vergiet kreeg van een vrekkige boer om in een periode van droogte water te scheppen om te drinken. Een druppel viel in een paardenhoef en halleluja, een bron zag het licht. Volgens de legende verplaatste ze zich ook op de rug van een steur op de Schelde, het is een beeld dat ook in de Perzische cultuur is gekend. Water, religie en ecologie als heilige drievuldigheid.
Op een dag, gewapend met een zelfgemaakte vislijn, zat hij langs de zeepier in Zeebrugge. Van Synghel was gaan vissen maar had niet ingeschat dat met de vloed de zee kwam opzetten. Zijn vader kwam afstormen, en met de heupen in de zee, werd Van Synghel over het water gedragen als de Heilige Christophorus.
Het ene water is het andere water niet. Water vloeit, water verdampt, water neemt de vorm aan van een wolk of vriest tot ijs. Het was een verhaal van de sinoloog Ulrich Libbrecht, over de oude Chinese Taoïstische wijsheden die spreken over het worden van water dat geen ‘vorm’ heeft, die Van Synghel als architect inspireerde. Terwijl vormloosheid negatief klinkt, is water het tegendeel van vormeloos. Water is oneindig vormrijk, en neemt de vorm aan van een fles, een rivier, een wolk, een dampende kop koffie; water raakt en je kan door water worden geraakt.
Later, veel later dan de tijd van student-architect, raakte Van Synghel gefascineerd door hoe mensen dagelijks water transformeren tot ‘vuil water’. Handen wassen, wassen, koken, sanitair; achteloos vuil water laten wegstromen in buizen en riolen, zonder zich te bekommeren over de bestemming van dat water. In een studieopdracht voor het transformeren van een kantoorgebouw in een woontoren kwamen ideeën naar boven om het ‘zuiveren’ van huishoudelijke water vorm te geven als natuurlijke ruimtes met natuurlijke processen, een ‘natuur’ van water tot bron, een ‘omgekeerde wereld’ waar het vuile water dezelfde schoonheid, weldaad, ontspanning, harmonie brengt als de natuur.
Inmiddels is het een missie geworden van Van Synghel om architectuur te concipiëren rond blauw en groen, rond water en natuurlijk biotoop. Hij onderzoekt hoe de Sint- Amelberga bron in Mater-Oudenaarde opnieuw tot leven gebracht kan worden. De stad gooide een banaal putdeksel over de droogstaande bron, in plaats van de oorzaak van ‘droogte’ aan te pakken.