Karla Stoefs
Leerkracht en auteur Karla Stoefs bracht haar kinderjaren door spelend aan de rand van een beek, dicht bij haar ouderlijk huis. Ooit ving haar oma daar een grote vis in haar strooien hoed. Maar toen Stoefs opgroeide, veranderde de beek in een modderige poel waar niet veel meer te vangen viel.
Een halve eeuw later is er nog maar een klein stukje van de beek zichtbaar. In de loop der jaren is steeds meer in Stoefs leven onzichtbaar geworden; alles verdwijnt, wordt transparant, of maakt plaats voor iets anders. Wat echter blijft, is het gevoel dat Stoefs ervaart wanneer ze in het water stapt: alle zorgen glijden van haar af. In de natuur krijgt dat gevoel bijna mythische proporties. In een ijskoud bergmeer of een stromende rivier valt alles op zijn plaats. Stoefs wordt onderdeel van het geheel, lost op in het water. Haar gedachten worden golvend. Het liefst zou ze dan zelf helemaal vloeibaar willen worden.