Ludo Stassen
Opgegroeid in de jaren ‘70 en ‘80 in Limburg, was water voor Ludo Stassen vooral nodig om te wassen en te koken. Een uitstapje naar de zee met de trein was een belevenis; daaruit ontstond een soort haat-liefdeverhouding. Water kon grijs en saai zijn, maar ook prachtig mooi, en avontuurlijk zoals wanneer Stassen in een natuurlijke vijver in Limburg kon zwemmen.
Met de Belgische kust is het nooit goed gekomen; Stassen verkoos het zwembad in Genk. Toen hij in 1999 naar het Pajottenland verhuisde, was de zoektocht naar een zwembad in de buurt een prioriteit. Het werd Aalst, met een bad met olympische afmetingen, 50 meter lang, zalig om de fysieke grenzen op te zoeken.
De verhuizing van de groene regio van Limburg waar bomen de overhand hebben naar de landbouwregio van het Pajottenland waar men bij drie bomen op een rij van een bos spreekt, had zijn gevolgen. Het maakte dat Stassen anders naar de natuur en bij uitbreiding naar water ging kijken, met name in de context van de klimaatverandering. Dit voedde zijn liefde voor de bergen met eeuwigdurende sneeuw, met de prachtige bergmeren en de dreigende onweersbuien. Deze liefde leidde ertoe dat Stassen natuurgids werd in de Hoge Venen en klimaatactivist in het Pajottenland.